dictionnaire Polonais - néerlandais
- 
owoc néerlandais:
1. 
het fruit
Néerlandais mot "owoc"(het fruit) se produit dans des ensembles:
Thema 2 - BOODSCHAPPEN DOENBoom, de opmaat, thema 1
grocery store
Boodschapen doen
2. 
fruit
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
Vers fruit is goed voor uw gezondheid.
Mijn vader eet weinig fruit.
We stopten het fruit en de groenten in zakken.
Ik hou van fruit zoals druiven en perziken.
Een rotte appel in de mand maakt al het gave fruit te schand.
Neem wat fruit, als je wilt.
Wij hebben enkel rijp fruit verzameld.
Ze zijn dol op fruit.
Ik eet een stuk fruit.
Welk fruit hebt ge het liefst?
Néerlandais mot "owoc"(fruit) se produit dans des ensembles:
jedzenie, zakupyd'autres mots commençant par "O"
otyły néerlandaisowad néerlandais
owca néerlandais
owoce néerlandais
ozdoba néerlandais
oznaczać néerlandais
