dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski

-

Nederlands, Vlaams

nienawidzić néerlandais:

1. haten

De meesten haten foutopsporing. Het is plezanter fouten te programmeren dan ze te verwijderen.

Die mensen haten alle vreemdelingen.

Néerlandais mot "nienawidzić"(haten) se produit dans des ensembles:

500 czasowników po niderlandzku 201 - 250
6/4 Hoe reis jij?
język holenderski
język holenderski

2. een hekel hebben aan

Néerlandais mot "nienawidzić"(een hekel hebben aan) se produit dans des ensembles:

Nederlands in actie słówka dział 1
Myśli i uczucia

3. haat

Haat me niet!

Tom haat de regels.

Mijn vrouw haat katten.

Kort gezegd, ge haat mij, nietwaar?

Ik haat het als er veel mensen zijn.

Waarheid baart haat.

Ik haat scheikunde.

Hij houdt van auto's, terwijl zijn broer ze haat.

Ik haat vrouwen met een onafhankelijke wil.

Tussen man en vrouw is geen vriendschap mogelijk. Er is passie, haat, aanbidding, liefde maar geen vriendschap.

Ik haat zelfbewuste vrouwen.

Hij haat wortelen.

mots connexes

lubić néerlandais
kochać néerlandais
znudzony néerlandais
podekscytowany néerlandais
zmartwiony néerlandais
szczęśliwy néerlandais
rozczarowany néerlandais
samotny néerlandais
zdziwiony néerlandais

d'autres mots commençant par "N"

niemiły néerlandais
niemowle néerlandais
niemądry néerlandais
nieobecność néerlandais
nieobecny néerlandais
nieodpowiedzialny néerlandais

A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż