dictionnaire Polonais - néerlandais
- 
niebieski néerlandais:
1. 
blauw
Haar fiets is blauw.
Mijn auto is niet rood, maar blauw.
Ik heb de poort blauw geverfd.
De hemel is blauw.
De hemel is blauw. De blauwe hemel. Een blauwe hemel.
Mijn ogen zijn blauw.
De Franse vlag is blauw, wit en rood.
Rood en blauw - welke verkies jij?
Is de hemel blauw? Ja.
Wat is de hemel blauw!
Het was een prachtige zomer en de hemel was voortdurend blauw.
Als je blauw en rood mengt, krijg je paars.
Hij werd bont en blauw geslagen.
Is dat ook in het blauw te krijgen?
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
Néerlandais mot "niebieski"(blauw) se produit dans des ensembles:
Ubieranie się, ubranie.5/3 Een gezellig huis
svet lekcja 1
svet lekcja 2
Kolory po holendersku
mots connexes
zielony néerlandaisczarny néerlandais
biały néerlandais
brązowy néerlandais
czerwony néerlandais
żółty néerlandais
różowy néerlandais
pomarańczowy néerlandais
szary néerlandais
fioletowy néerlandais
d'autres mots commençant par "N"
nie néerlandaisniebezpieczeństwo néerlandais
niebezpieczny néerlandais
niebo néerlandais
niechetny néerlandais
niechlujny néerlandais
niebieski dans d'autres dictionnaires
niebieski en arabeniebieski tchèque
niebieski allemand
niebieski Anglais
niebieski espagnol
niebieski français
niebieski hindi
niebieski indonésien
niebieski italien
niebieski géorgien
niebieski lituanien
niebieski norvégien
niebieski Portugais
niebieski roumain
niebieski russe
niebieski slovaque
niebieski suédois
niebieski en tailleur
niebieski en vietnamien
niebieski chinois
