1. de nationaliteit
Néerlandais mot "narodowość"(de nationaliteit) se produit dans des ensembles:
Boom, de opmaat, thema 12. nationaliteit
Mijn nationaliteit is Frans, maar van oorsprong ben ik Vietnamees.
Ik heb niet de Amerikaanse nationaliteit.
Néerlandais mot "narodowość"(nationaliteit) se produit dans des ensembles:
Slowka holenderski