dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

machać néerlandais:

1. zwaaien zwaaien


Ik ben naar het vliegveld geweest om een vriend uit te zwaaien.
Ik was in de luchthaven om hem uit te zwaaien.

Néerlandais mot "machać"(zwaaien) se produit dans des ensembles:

Język holenderski