1. duur
Waarom kocht je zo'n duur woordenboek?
Gerechtigheid is duur.
Deze wagen is te duur voor mij om te kopen.
duurDER - (het) duurST
Bouwmaterialen zijn tegenwoordig heel duur.
Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
Steeds wanneer ik iets vind dat me bevalt, is het te duur.
Een piano is duur, maar een auto is duurder.
Hoe duur is het?
Mijn moeder verkocht alles wat haar dierbaar was en duur.
Zijn fototoestel is drie keer zo duur als het mijne.
Het is erg duur de laatste mode te volgen.
Hebt u er die minder duur zijn?
Als ge denkt dat ontwikkeling duur is, kijk dan eens hoeveel onwetendheid kost.
Nieuwe auto’s zijn in Nederland erg duur
Néerlandais mot "kosztowny"(duur) se produit dans des ensembles:
Kurs niderlandzkiegoPrzymiotniki i imieslowy2. kostbaar
Néerlandais mot "kosztowny"(kostbaar) se produit dans des ensembles:
300 określeń po niderlandzku 151 - 200lekarz i zdrowie3. duurkoop
Goedkoop is duurkoop.
4. dure
U heeft een dure smaak! riep de verkoopster uit. "Weet u zeker dat u niet eerst onze goedkopere varianten wilt doorkijken?"