dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

kokarda néerlandais:

1. strik strik


Strik je schoenveters.

Néerlandais mot "kokarda"(strik) se produit dans des ensembles:

van Dale LUDZIE

2. de strik



3. boog


De autoweg ging verder in een wijde boog.
Hij boog voor zijn leerkracht.