dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

kabina néerlandais:

1. cabine cabine


Aan de kabelbaan hangen cabines waarin plaats is voor vier personen. De skistokken dient men bij zich te houden; de ski's kunnen in de daarvoor bestemde houders aan de achterkant van de cabine geplaatst worden.

2. hut