dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

dzielić się néerlandais:

1. delen delen


We delen ons geluk met jullie.
Kun je jouw sandwich met mij delen?
Deze roman bestaat uit drie delen.
Grote delen van de oceaan zijn vervuild.

Néerlandais mot "dzielić się"(delen) se produit dans des ensembles:

500 czasowników po niderlandzku 251 - 300
rozmowa o dzieciach i o szkole

2. aandeel hebben in aandeel hebben in