dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski

-

Nederlands, Vlaams

butelka néerlandais:

1. de fles

Néerlandais mot "butelka"(de fles) se produit dans des ensembles:

Miejsca, aktywności, przedmioty
4/1 Wat eten we vanavond?
Sprzątanie po holendersku
Slowka holenderski
Niderlandzki moduly

2. fles

Er ligt een fles in de koelkast.

Geef me een fles wijn.

Er is geen water meer in de fles.

Ze vierden het succes door een fles wijn te openen.

Zijn geschenk is een fles wijn.

We goten met een trechter wijn in de fles.

Breng mij alstublieft een halve fles wijn.

De fles is van glas.

Een fles wijn, alstublieft.

Ik zou een fles hoestsiroop willen.

Waarom brengen we hem geen fles wijn?

Ze stalen mijn fles wijn!

In een fles of van het vat?

Weet ik, zei Al-Sayib, terwijl hij een nieuwe fles Fanta haalde. "Dit is een serieuze aangelegenheid. Maar waarom bel je?"

Open de fles.

Néerlandais mot "butelka"(fles) se produit dans des ensembles:

Jedzenie (16 rozdz)
Van DALE ciało i zdrowie

mots connexes

puszka néerlandais
szklanka néerlandais
słoik néerlandais
karton néerlandais
pudełko néerlandais
torebka néerlandais
kubek néerlandais
paczka néerlandais
filiżanka néerlandais
widelec néerlandais

d'autres mots commençant par "B"

burmistrz néerlandais
burza néerlandais
but néerlandais
butik néerlandais
buty néerlandais
bułka néerlandais

A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż