dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

bark néerlandais:

1. schouder schouder


Ze klopte me op de schouder.
Hij legde zijn hand op mijn schouder.
Maak je boekentas a.u.b. wat lichter, haar gewicht zal je schouder doen lijden.
Ik heb pijn in de schouder.

Néerlandais mot "bark"(schouder) se produit dans des ensembles:

lekarz i zdrowie

2. de schouder de schouder



Néerlandais mot "bark"(de schouder) se produit dans des ensembles:

Części ciała