dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

łydka néerlandais:

1. de kuit de kuit



Néerlandais mot "łydka"(de kuit) se produit dans des ensembles:

Lichaamsdelen - części ciała

2. het kalf het kalf



Néerlandais mot "łydka"(het kalf) se produit dans des ensembles:

Części ciała

3. kuit kuit



4. kalf kalf


Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Een kalf ging weg, een rund kwam weer.

Néerlandais mot "łydka"(kalf) se produit dans des ensembles:

lekarz i zdrowie

5. de kalf de kalf



Néerlandais mot "łydka"(de kalf) se produit dans des ensembles:

Hoofdstuk 10 het lichaam