dictionnaire Anglais américain - néerlandais

American English - Nederlands, Vlaams

grown up néerlandais:

1. opgegroeid opgegroeid


Zij is opgegroeid in een rijke familie.
Ik ben met Pokémon opgegroeid.
Hij kan geen enkel woord Frans, maar anderzijs kan hij wel Engels spreken alsof hij er mee opgegroeid is.