dictionnaire Norvégien - néerlandais
- 
fastsette néerlandais:
1. 
repareren
Ik kan de computer niet repareren.
Ik heb mijn computer laten repareren.
Ik moet het repareren.
Ik moet mijn fiets repareren.
Ik liet mijn zoon de deur repareren.
Mijn computer is kapot en ik moet hem laten repareren.
Ik wil deze klok repareren.
Ik liet mijn broer mijn fiets repareren.
2. 
bepalen
Het is nooit gemakkelijk te bepalen of hij al dan niet serieus is.
d'autres mots commençant par "F"
fasjonable néerlandaisfast néerlandais
fast bestemt néerlandais
fattigdom néerlandais
favoritt néerlandais
feber néerlandais
fastsette dans d'autres dictionnaires
fastsette en arabefastsette tchèque
fastsette allemand
fastsette Anglais
fastsette espagnol
fastsette français
fastsette hindi
fastsette indonésien
fastsette italien
fastsette géorgien
fastsette lituanien
fastsette le polonais
fastsette Portugais
fastsette roumain
fastsette russe
fastsette slovaque
fastsette suédois
fastsette en tailleur
fastsette en vietnamien
fastsette chinois
