dictionnaire néerlandais - néerlandais

over néerlandais:

1. klagen

Het is moeilijk om te klagen over zulke goede mensen.

Als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen liefst zonder klagen.

Ze klagen altijd.

Veel huisvrouwen klagen dat de prijzen zeer hoog zijn.

2. zich zorgen maken

Néerlandais mot "over"(zich zorgen maken) se produit dans des ensembles:

Vaste voorzetsels 4

3. beslissen

Aan u om te beslissen.

Om te beginnen moeten we beslissen over de naam.

4. bezorgd zijn

Néerlandais mot "over"(bezorgd zijn) se produit dans des ensembles:

Vaste voorzetsels 1

5. zorgen maken

Néerlandais mot "over"(zorgen maken) se produit dans des ensembles:

Vaste voorzetsels 2

6. discussiëren

Over smaken valt niet te discussiëren.

We discussiëren dikwijls over onze toekomst.

7. nadenken

Ge moet nadenken alvorens te antwoorden.

Priemgetallen zijn als het leven, ze zijn helemaal logisch, maar het is onmogelijk er regels voor te vinden, zelfs als je al tijd wijdt aan het nadenken erover.

Daar wil ik eerst even goed over nadenken.

Dat is een interessant voorstel. Ik moet erover nadenken.

Ik zal daarover nadenken.

8. zich verbazen

Néerlandais mot "over"(zich verbazen) se produit dans des ensembles:

Vaste voorzetsels 3

9. een vraag stellen

10. aarzelen

De beklaagde ging zonder aarzelen in beroep tegen de uitspraak.