1. toevoeging
In het Esperanto eindigt een zelfstandig naamwoord op een o. Het meervoud wordt gevormd door toevoeging van een j.
In het Esperanto eindigt een adjectief met "a", een meervoud vormt men door toevoeging van "j".
2. extra
We hebben geen extra geld.
Kleef een extra postzegel op de omslag.