dictionnaire luxembourgeoise - néerlandais

Lëtzebuergesch - Nederlands, Vlaams

Pai néerlandais:

1. salaris


De vorige stoker had iets gedronken dat qua prijs overeenkwam met zijn salaris, en het toverdrankje bracht hem in dat verre buitenland, waar algehele werkeloosheid een synoniem is voor eeuwig geluk.
Hij verdronk zijn hele salaris.

Néerlandais mot "Pai"(salaris) se produit dans des ensembles:

Top 15 Geschäft Begrëffer op Hollännesch