dictionnaire luxembourgeoise - néerlandais

Lëtzebuergesch - Nederlands, Vlaams

Dauf néerlandais:

1. duif


's Avonds kwam mijn duif zwaar gewond terug.
Het speeksel van de kikker bereikt de witte duif niet.

Néerlandais mot "Dauf"(duif) se produit dans des ensembles:

Vullen op Hollännesch