1. raadplegen
Na je terugkeer in je vaderland zou je best een internist raadplegen.
Morgen moet je mij opnieuw raadplegen!
Ge zoudt beter een dokter raadplegen.
Ge zoudt een dokter moeten raadplegen.
Na je terugkeer in je vaderland zou je best een oogarts raadplegen.
Na je terugkeer in je vaderland zou je best een vrouwenarts raadplegen.
Na je terugkeer in je vaderland zou je best een chirurg raadplegen.