1. Mening
Zijn mening is waardeloos.
Mijn mening is: neem zelf water als ge wilt drinken.
Over dat onderwerp hebben ze dezelfde mening.
Ze is van mening dat alles een kwestie van geld is.
Hij is niet de enige met deze mening.
Ik wil uw mening.
Naar mijn mening is Duits de beste taal ter wereld.
Dat is de mening van een leek.
Niemand kan denken, maar iedereen heeft zijn mening klaar.
Handel niet tegen uw mening in!
Elke mening is een mengeling van waarheid en vergissing.
Een mening is alleen schokkerend wanneer ze een overtuiging is.
Zeg mij uw eerlijke mening alstublieft.
De jongere bleef bij zijn mening.
Unanimiteit bestaat gewoonlijk daar, waar iedereen zijn mening voor zich houdt.