dictionnaire géorgien - néerlandais

ქართული - Nederlands, Vlaams

ერთად néerlandais:

1. met met


Ik speel met hem.
Kom naar Transkarpatië, we zullen blij zijn u te ontvangen, we zullen u onthalen met zelfgestookte wodka en varkensvet in chocolade!
De woordenschat van het Esperanto is de grootste, alhoewel er relatief zeer weinig woorddelen moeten vanbuiten geleerd worden in vergelijking met de woorden van de natuurlijke talen.
Elke student die afgestudeerd is aan onze universiteit heeft ten minste twee jaar Engels gestudeerd met een persoon die Engels als moedertaal spreekt.
Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, in het Nabije Oosten, in Indonesië en in India.
Een overwinning behaald met geweld is evenveel waard als een nederlaag, want ze is maar tijdelijk.
Totdat jullie vrede sluiten met wie jullie zijn, zullen jullie niet tevreden zijn met wat jullie hebben.
Met Mike. Is Hiroshi er ook?
En zo hing Dima's vriend uit zijn kindertijd zomaar op, Dima - net als daarvoor - met 99 kopeke te weinig achterlatend.
Alleen ga ik niet naar de cinema, want na de film wens ik die graag te bespreken met iemand.
De prins vond, dat een dergelijke bekwaamheid meer waard was dan om het even wat men als bruidsschat zou kunnen geven aan een meisje. Hij bracht ze naar het paleis van zijn vader, de koning, waar ze met hem trouwde.
Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.
In de kamer staan bedden, vastgeschroefd aan de vloer. Daarop zitten en liggen mensen in blauwe ziekenhuiskleding en net als vroeger met mutsjes op. Dat zijn de gekken.
Ik heb nog een appeltje te schillen met mijn buurjongen. Dat rotjoch schiet steeds papieren pijltjes door ons zolderraam naar binnen.
Om computerlinguïstiek te kunnen studeren moet men meerdere talen kennen, maar ook goed met computers kunnen omgaan.

2. samen samen


Ik zou liever alleen naar de bioscoop gaan dan samen met Bob.
We zongen samen de Esperanto-hymne.
Edit vier haar verjaardag samen met haar broer en Suzie.
Deze twee vrienden wandelen altijd samen.
Toen ik een kleine jongen was ging ik vaak samen met mijn broer vissen aan de rivier.
Samen met Groot-Brittannië zou Frankrijk de import van afvalstoffen uit Duitsland kunnen verbieden.
Vanavond hebben we plezier gehad met het samen opstellen van onze stamboom.
Gelukkig reisden zijn ouders uiteindelijk samen.
We moeten samen leren leven als broeders, of we zullen samen sterven als dwazen.
De Canadese Dankzeggingsdag en de Columbusdag in de Verenigde Staten van Amerika vallen samen, daarom maken Esperantosprekers uit beide landen van de gelegenheid gebruik om een internationale bijeenkomst te hebben.
Daarna ontmoetten ze elkaar iedere middag op de kade, ontbeten samen, dineerden, wandelden en bewonderden de zee.
Ik kon des te meer van mijn vrije dag genieten door met jou samen te zijn.
Alleen door alle atoomwapens te verbieden kunnen we allemaal samen de wapenwedloop stoppen.
Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.
Jullie moeten samen een mandje appels naar opa brengen, zei moeder. "Jij houdt de ene kant vast, en jij de andere. En zo lopen jullie dan."