1. plezier
Veel plezier!
Ik zou het met plezier vertalen, maar ik spreek geen Nederlands.
Het is gemakkelijker plezier te maken dan te werken.
Hij verzorgt met plezier de tuin.
Hij was met plezier bereid om te antwoorden op onze vragen in verband met de zaak.
Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.
Dat aanvaard ik met plezier.
De eenzame man vindt plezier in de observatie van mieren.
Doe mij een plezier en schrijf die verhandeling voor mij.
Zou u geïnteresseerd zijn in een project waaraan u met plezier zou werken?
Het plezier was kort.
Oma heeft heel veel plezier aan TV-kijken.
Wilt ge mij een plezier doen? Leent ge mij een beetje geld?
Vanavond hebben we plezier gehad met het samen opstellen van onze stamboom.
Voor een vijand op de vlucht bouw je met plezier een brug.
2. genoegen
Het is ons een genoegen.
Haar enige genoegen is naar muziek te luisteren.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.
Drie dagen geleden heb ik je neef een bezoek gebracht en mijn bezoek deed hem genoegen.
Néerlandais mot "piacere"(genoegen) se produit dans des ensembles:
Frasi olandese