dictionnaire Italien - néerlandais

italiano - Nederlands, Vlaams

crescere néerlandais:

1. groeien groeien


groeien en bloeien!
Tom laat zijn snor groeien.
Overeenstemming doet iets kleins groeien, tweedracht richt iets groots ten gronde.
Kinderen groeien zo vlug.
Bomen groeien niet tot in de hemel.
Tussen beiden begon de liefde te groeien.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Of ge uw baard vier of zeven jaar laat groeien, onder het mes van de barbier valt hij in even veel tijd.
3 dagen na de dood blijven haar en nagels groeien, maar er komen minder telefoonoproepen.

2. opgroeien opgroeien



Néerlandais mot "crescere"(opgroeien) se produit dans des ensembles:

Frasi olandese