1. eiland
Hij was zo vriendelijk ons met zijn boot naar het eiland te voeren.
Vanaf het hoge duin kon ik het gehele eiland overzien.
Dat eiland bevindt zich op vijf kilometer van de kust.
Dat eiland heeft een tropisch klimaat.
Het zal u 100 dollar kosten om naar het eiland te vliegen.
Sumatra is een eiland.
Na de ramp was er amper nog water over op het eiland.
Ieder jaar komen veel toeristen naar dit eiland.
Italo Calvino is geboren op het eiland Cuba in 1923.
Het zuidelijkste eiland van Japan is Okinawa.