dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

traiter néerlandais:

1. behandelen behandelen


Het is moeilijk voor mij die zaak te behandelen.
Je moet een aangetaste tand laten behandelen.
Ik wil twee problemen behandelen.
Kan je dat thema een beetje uitgebreider behandelen?
Lucy droomt ervan, dierenarts te worden en dieren te behandelen.

Néerlandais mot "traiter"(behandelen) se produit dans des ensembles:

FRANS HCE U2,4,5,6,9,11,13 NL-FR
rêver la ville
rêver la ville