dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

salaire néerlandais:

1. salaris salaris


De vorige stoker had iets gedronken dat qua prijs overeenkwam met zijn salaris, en het toverdrankje bracht hem in dat verre buitenland, waar algehele werkeloosheid een synoniem is voor eeuwig geluk.
Hij verdronk zijn hele salaris.

Néerlandais mot "salaire"(salaris) se produit dans des ensembles:

Top 15 des mots d'affaires en hollandais

2. loon loon


Ondank is 's werelds loon.
Ik vraag mij af of hij in leven kan blijven met een zo klein loon.

Néerlandais mot "salaire"(loon) se produit dans des ensembles:

vacature-woorden en jobeigenschappen(Brusseleer en...

3. voeren voeren


Kunt ge mij voeren?
Goro was zo vriendelijk mij naar het ziekenhuis te voeren.
een gesprek voeren; een actie / protest / proces voeren; strijd voeren; oorlog voeren (tegen)
voer, voert, voeren; voerde, voerden; ik heb gevoerd
Dokters weigerden om een tweede operatie uit te voeren.
Hij is bekwaam om een zaak te voeren.
Wij voeren koffie in uit Brazilië.
De Verenigde Staten voeren passagiersvliegtuigen uit ter waarde van miljarden dollar.