dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

reste néerlandais:

1. rest rest


Het dorp is afgezonderd van de rest van de wereld.
Klop het eiwit op met de rest van de suiker, en voeg er daarna beetje bij beetje de likeur aan toe.
Ik wil er niet de rest van mijn leven spijt van hebben.
Politici doen het oorlogsvuur ontbranden, en de idioten doen de rest.
Een goede gezondheid is meer waard dan al de rest.
Dat verkies ik boven al de rest.