dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

réveil néerlandais:

1. wekker wekker


Het is veel beter wakker te worden van de vogels dan van de wekker.
De wekker loopt af.
Gisteren is de wekker niet afgelopen en Kurt is niet wakker geworden.
Het eerste ding dat hij kocht was een wekker.

Néerlandais mot "réveil"(wekker) se produit dans des ensembles:

Vocabulaire de la chambre à coucher en hollandais