dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

parfait néerlandais:

1. perfect


Niemand is perfect.
Hij spreekt perfect Russisch.
Ik versta perfect Italiaans pochte zij, terwijl ze een schotel uit het menu koos. Maar toen het eten opgediend werd, was het helemaal niet wat ze verwacht had.
Weinig mensen spreken een vreemde taal perfect.