dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

orange néerlandais:

1. oranje oranje


Dit t-shirt is oranje. Het oranje t-shirt. Een oranje t-shirt.
Alle huizen in onze straat zijn versierd met oranje vlaggetjes vanwege het WK.

Néerlandais mot "orange"(oranje) se produit dans des ensembles:

vocabulaire F

2. sinaasappel sinaasappel


De aardbol heeft dezelfde vorm als een sinaasappel.
De aarde ziet er van bovenaf uit als een sinaasappel.