dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

nourrir néerlandais:

1. voeden voeden


Wij Japanners voeden ons met rijst.
Men zou een dorp in Afrika kunnen voeden van het geld dat een iPhone-abonnement kost.
Walvissen voeden zich met plankton en kleine vissen.
Ik doe veel moeite om mijn dochter op te voeden.