dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

jeter néerlandais:

1. gooien gooien


met de deur gooien
Het was niet zo erg snugger van je om dat briefje weg te gooien.
Mijn vrouw heeft me opgedragen deze oude hoed weg te gooien.

Néerlandais mot "jeter"(gooien) se produit dans des ensembles:

HCE U14,15,17,18,19,20 NL-FR

2. gegoten gegoten