dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

guerre néerlandais:

1. oorlog oorlog


Wie houdt van oorlog?
Om de oorlog te financieren zijn er obligaties uitgegeven.
Tijdens de oorlog beleefde Bob veel gevaarlijke avonturen.
De oorlog begon in 1941.
Vervloekt degene die oorlog heeft uitgevonden.
Oorlog gaat samen met ellende en droefheid.
Alle beschaafde landen zijn tegen oorlog.
Hoe kunnen we oorlog afschaffen?
Tom kon nooit de verschrikking van de oorlog vergeten.
De vrede kwam terug na drie jaar oorlog.
Tijdens de oorlog hebben we het dikwijls zonder suiker moeten stellen.
De oorlog bracht dood en vernietiging teweeg in de stad.
Frankrijk voerde oorlog met Rusland.
In liefde en oorlog is alles geoorloofd.
De oorlog kwam in zijn eindfase.