dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

fuir néerlandais:

1. vluchten vluchten


Wanneer ze in gevaar zijn, vluchten ze.
De waarschijnlijkheid van een dergelijke opeenvolging van gebeurtenissen is een in twee miljoen vluchten, of, met de huidige dichtheid van het luchtverkeer, een in twee maanden.