dictionnaire Français - néerlandais
- 
bruyant néerlandais:
1. 
luid
Luid geklop op de deur maakte hem wakker.
De jongeren spraken luid onder elkaar en letten niet op de mensen rondom hen.
De radio staat te luid. Kunt ge hem niet wat stiller zetten?
Hij riep luid om hulp.
Toen zij haar moeder zag, begon zij luid te schreeuwen.
Ze spreekt luid.
Tijdens zijn slaap snurkte hij luid.
Ik sprak zo luid dat iedereen mij kon horen.
Néerlandais mot "bruyant"(luid) se produit dans des ensembles:
Traits de personnalité en hollandais2. 
luidruchtig
Néerlandais mot "bruyant"(luidruchtig) se produit dans des ensembles:
Français - Néerlandaisd'autres mots commençant par "B"
brune néerlandaisbrut néerlandais
brutal néerlandais
brûler néerlandais
bulgare néerlandais
bureau néerlandais
bruyant dans d'autres dictionnaires
bruyant en arabebruyant tchèque
bruyant allemand
bruyant Anglais
bruyant espagnol
bruyant hindi
bruyant indonésien
bruyant italien
bruyant géorgien
bruyant lituanien
bruyant norvégien
bruyant le polonais
bruyant Portugais
bruyant roumain
bruyant russe
bruyant slovaque
bruyant suédois
bruyant en tailleur
bruyant en vietnamien
bruyant chinois
