dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

bon marché néerlandais:

1. goedkoop goedkoop


Ons hotel is goedkoop.
Wow! Dat is goedkoop!
Deze eieren zijn goedkoop
Goedkoop is duurkoop.
Dat was niet goedkoop, wel?
Het is eenvoudig te maken en goedkoop.

Néerlandais mot "bon marché"(goedkoop) se produit dans des ensembles:

frans voca b hoofdstuk 2