1. grap
Ik snapte zijn grap niet.
Een Fransman bijvoorbeeld kan misschien moeilijk lachen om een Russische grap.
Natuurlijk dacht hij dat het een grap was en wimpelde hij het voorbij met een "hm?" maar hij zat er erg mee verveeld. Ik bedoel, zulke dingen zeg je niet ook al is het bedoeld als grap!
Het was als grap bedoeld.
Ida was uit haar humeur omdat ze voor haar rijexamen was gezakt. Haar broer wilde haar wat opbeuren met een grap, maar die schoot bij haar in het verkeerde keelgat, waardoor ze tegen hem uit haar slof schoot.
Hij heeft de grap niet begrepen.
Ik zei het voor de grap.
Een leuke grap aan mijn adres is een brutaliteit.
Dit is de beste grap die ooit gehoord heb.