dictionnaire Français - néerlandais

Français - Nederlands, Vlaams

beauté néerlandais:

1. schoonheid schoonheid


Bedoel je dat je met opzet je schoonheid verbergt?
Haar schoonheid zal mettertijd vervagen.
Schoonheid ligt in de ogen van de toeschouwer.
Schoonheid gaat voorbij.
Ik kom woorden te kort om de schoonheid van dit landschap te beschrijven.
Zijn zus is een opmerkelijke schoonheid.
Ik benijd je om je schoonheid.
Die auto is een echte schoonheid.
Het Towada-meer is bekend om zijn schoonheid.
Er is geen twijfel over haar schoonheid.
Innerlijke schoonheid, ik zal erin geloven wanneer mijn lul ogen heeft.
Ik moet het misschien niet tegen je zeggen, maar ik ben echt gefascineerd door jouw schoonheid.
Het is plezant om weten dat de schoonheid van Japanse tuinen in geen enkele andere cultuur teruggevonden wordt.
Hij prees haar voor haar schoonheid en haar zangkunst.
Vroeger was ze een schoonheid.