dictionnaire Espagnol - néerlandais

español - Nederlands, Vlaams

río néerlandais:

1. rivier rivier


De rivier die door Parijs stroomt, is de Seine.
Ik was dicht bij de rivier, toen ik de weg kwijt raakte.
De Mississippi is een diepe en brede rivier.
Is dit een rivier?
De weg loopt parallel aan de rivier.
Een delta is een stuk land in de monding van een rivier.
De rivier droogt op.
De rivier mondt uit in de Stille Oceaan.
Toen ik een kleine jongen was ging ik vaak samen met mijn broer vissen aan de rivier.
Tegenover het park is er een mooie rivier.
De Amazone is de op een na langste rivier ter wereld en komt na de Nijl.
Geen rivier in de wereld is langer dan de Nijl.
Ze wonen aan de overkant van de rivier.
In de rivier zijn er een massa zoetwatervissen.
Wat is de naam van deze rivier?