1. wou
Ik wou een geschenk voor Anna kopen maar ik had geen geld.
Hij wou slagen, zelfs ten koste van zijn gezondheid.
Ik wou weglopen.
De zieke wou eten, tegen het verbod van de dokter in.
Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar mond wou maar niet openen.
Ik wou haar of een bloem kopen, of wat snoep.
Hij wou dat men na zijn dood zijn as in de oceaan zou strooien.
Ik heb dit niet gedaan omdat ik wou, maar omdat ik moest.
Ze wou niemand krenken met haar opmerking.
Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.
Hij zei duidelijk dat hij met haar wou trouwen.
Jij spreekt uitstekend Frans. Ik wou dat ik het zo goed als jij kon spreken.
Ik twijfel op geen enkele manier aan je goeie wil, maar ik wou je iets laten weten.
Zij wou niet gaan maar haar vader dwong haar om te gaan.
Goed, aangenomen, maar onthoud, dat je het zelf zo wou.
Néerlandais mot "wanted"(wou) se produit dans des ensembles:
2000 Most Used Dutch Words (1/2)2. wilden
We wilden jou feliciteren.
Ze wilden Koko een nieuw troeteldier geven.