dictionnaire Anglais - néerlandais
- 
tidy néerlandais:
1. 
schoon
De kamers zijn redelijk schoon.
Deze tafel is schoon.
Zij droeg hem op zijn kamer schoon te maken.
Alleen de waarheid is schoon.
Je kleren worden nog vies. "Geeft niet. Ze waren toch al niet echt schoon."
Zou je die pan schoon kunnen schrobben?
Als de ene hand de ander wast, worden ze allebei schoon.
Nieuwe bezems vegen schoon.
Néerlandais mot "tidy"(schoon) se produit dans des ensembles:
Top 300 adjectives in Dutch 51-100mots connexes
sociable néerlandaisgenerous néerlandais
untidy néerlandais
kind néerlandais
patient néerlandais
shy néerlandais
impatient néerlandais
sensitive néerlandais
honest néerlandais
d'autres mots commençant par "T"
thursday néerlandaisthus néerlandais
ticket néerlandais
tie néerlandais
tiger néerlandais
tight néerlandais
