dictionnaire Anglais - néerlandais

English - Nederlands, Vlaams

subject néerlandais:

1. schoolvak schoolvak



Néerlandais mot "subject"(schoolvak) se produit dans des ensembles:

Engels hoofdstuk 5
5.2 RICK'S HOBBY

2. vakken vakken



Néerlandais mot "subject"(vakken) se produit dans des ensembles:

woordjes uinit 4-5-6

3. onderwerp


Het homohuwelijk is onderwerp van veel discussies.
Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.
We praten samen over verschillende onderwerpen.
We hebben lang over het onderwerp gediscussiëerd.
Over dat onderwerp hebben ze dezelfde mening.
Ze veranderde van onderwerp.
Maar nu het volgende onderwerp.
Wiskunde is een gemakkelijk onderwerp voor mij.
In gesprekken ben ik maar degene die antwoordt, ik kan niet zelf een onderwerp aansnijden.
Ik ben blij uw gedachten over dat onderwerp te horen.

4. vak


Natuurkunde is mijn favoriete vak.

Néerlandais mot "subject"(vak) se produit dans des ensembles:

Engels Idioom t/m 6

5. thema


Na tien minuten gingen ze over op een volgend thema.
Ons thema van de week is: _____.