dictionnaire Anglais - néerlandais

English - Nederlands, Vlaams

pizza néerlandais:

1. pizza pizza


Welke garneringen wil je op de pizza? "Alles behalve ansjovis."
Ik heb telefonisch een pizza besteld.
Na zes maanden in China zul je je realiseren dat je spijt hebt dat je die pizza niet hebt aangenomen voordat je vertrok.
Mijn vader houdt erg van pizza.
Mijn vader is verlekkerd op pizza.
Ik hou heel erg van pizza.
Ik heb heel graag pizza.