1. het goud
Néerlandais mot "gold"(het goud) se produit dans des ensembles:
De populairste Engelse woorden 701 - 7502. goud
Alles wat de prinses omringt is van goud: tafels, stoelen, schotels, bekers en meubels.
Goud is zwaarder dan ijzer.
Goud roest niet.
Het is niet al goud dat blinkt.
Ze is beleefd en rustig, met een hart van goud.
Eigen haard is goud waard.
Morgenstond heeft goud in de mond.
Is dat zuiver goud?
Beter deugd zonder goud, dan goud zonder eer.
Wat is zwaarder, lood of goud?
In plaats van koper zal ik goud brengen.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Voor geen goud!
Zwijgen is goud.
Mijn vader is een man van goud.
3. gouden
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Ze beloven ons gouden bergen, maar ik heb zo het vermoeden dat we op de vervulling van die beloften kunnen wachten tot sint-juttemis.
Een gouden sleutel maakt alle deuren open.
Op de foto heeft het meisje geen gouden kroon, maar een kroon van bloemen op.
Hij belooft gouden bergen.
Het is geen wonder dat de jaren na de pensionering dikwijls de gouden jaren genoemd worden.