1. agenda
De voorzitter kondigde de agenda van de vergadering aan.
We gaan de definitieve agenda vrijgeven op maandagmorgen 20 januari. Dus reageer snel alsjeblieft.
Néerlandais mot "diary"(agenda) se produit dans des ensembles:
engels h3 studybox 32. dagboek
Hij houdt een dagboek bij.