1. gemeenschappelijk
De badkamer is gemeenschappelijk
Ooit zal er een tijd komen dat Esperanto, gemeenschappelijk bezit geworden van het hele mensdom, zijn karakter van een idee zal verliezen: dan zal het alleen maar een taal worden, men zal er niet meer om strijden, men zal er enkel nut blijven uit halen.
2. gemeen
Dit is wat wiskundigen en Fransen gemeen hebben: wat je hen ook probeert uit te leggen, ze vertalen het op hun eigen manier en verdraaien het in iets wat helemaal anders is.
Maar we hebben helemaal niets gemeen.
Néerlandais mot "common"(gemeen) se produit dans des ensembles:
Unit 5 first row3. veelvoorkomend
4. gebruikelijk
Het is in KFN gebruikelijk dat de studenten op bezems vliegen.