dictionnaire Anglais - néerlandais

English - Nederlands, Vlaams

close to néerlandais:

1. dichtbij dichtbij


De post is hier dichtbij.
Is er een bank dichtbij?

2. vlakbij vlakbij


Ze wonen vlakbij.
Toen ik hier pas was komen wonen, was er hier vlakbij een rotonde waarbij je rechts moest voorsorteren om linksaf te slaan. Die was vast door een Belgische aannemer gebouwd.