dictionnaire Anglais - néerlandais

English - Nederlands, Vlaams

building néerlandais:

1. gebouw gebouw


Dit appartement is groter dan alle andere in dit gebouw.
Op een april zal Nanyo Foods Co Ltd verhuizen naar zijn nieuw gebouw in Yokohama.
De uitgang van de metro is vlak naast de deur van het gebouw.
Kijk naar dat gebouw.
Dit gebouw is hier al zolang ik mij kan herinneren.
Hij zette zijn auto voor het gebouw.
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
Het gebouw is honderd meter hoog.
Ooit bevond zich in dit gebouw een ziekenhuis.
In dit gebouw woont niemand.
Dat is het gebouw waar papa werkt.

Néerlandais mot "building"(gebouw) se produit dans des ensembles:

Engels 1 September 2015
Dutch Milestone A1 1
engels leren

2. het gebouw het gebouw



Néerlandais mot "building"(het gebouw) se produit dans des ensembles:

De populairste Engelse woorden 751 - 800
Most common Dutch words 801 - 850
Space - De ruimte
De ruimte - Space

mots connexes

big néerlandais
small néerlandais
use néerlandais
house néerlandais
bathroom néerlandais
class néerlandais
show néerlandais
downstairs néerlandais
city néerlandais
bedroom néerlandais

d'autres mots commençant par "B"

budget néerlandais
build néerlandais
builder néerlandais
bulb néerlandais
bully néerlandais
bullying néerlandais

building dans d'autres dictionnaires

building en arabe
building tchèque
building allemand
building espagnol
building français
building hindi
building indonésien
building italien
building géorgien
building lituanien
building norvégien
building le polonais
building Portugais
building roumain
building russe
building slovaque
building suédois
building en tailleur
building en vietnamien
building chinois