dictionnaire Anglais - néerlandais

English - Nederlands, Vlaams

bake néerlandais:

1. bakken bakken


bakte. bakten. gebakken
bakken, bakte, gebakken. Grootmoeder bakte heerlijke wafels voor ons. De bakker heeft weer lekker vers brood gebakken.
Het is buiten zo warm dat je een ei kunt bakken.

Néerlandais mot "bake"(bakken) se produit dans des ensembles:

Activities - De handelingen
De handelingen - Activities