1. enthousiast
Hij verborg zijn emoties en deed alsof hij enthousiast was.
Néerlandais mot "begeistert"(enthousiast) se produit dans des ensembles:
duits lernbox 5 kapitel 22. opgewonden
Ik heb geen idee waarom ze zich zo opgewonden heeft.
Zij leek opgewonden.
Hij raakte zo opgewonden dat hij nonsens vertelde.